Blogs 100 jaar Jo Visser fonds

Herinneringen ophalen #5

Honderd jaar geleden richtte mej. Jo Visser samen met medestanders Vereniging Het Zonnehuis op. Haar wens was een warm tehuis voor chronisch zieken die niet meer thuis verzorgd konden worden. Hoe zij dit deed met 7 stuivers leest u op deze website. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan zijn (oud-)collega’s, bestuursleden en relaties gevraagd om hun herinneringen vast te leggen in een persoonlijke blog. Hieronder leest u de 5e blog van Ester van der Geest, initiator en onderzoeker van BROOS/lab – samen leren aanraken.

TROOST

Strikt genomen is het vreemd dat ik op deze plaats, onder de noemer “herinneringen ophalen”, een persoonlijke blog schrijf over het ouderenfonds. Want mijn relatie met het Jo Visser fonds gaat amper een half jaar terug, en zelfs in de verpleeghuiszorg an sich ben ik een relatieve nieuweling. Dat ik mij desondanks geroepen voel, heeft alles te maken met mijn fascinatie voor Jo Vissers troostbrieven en met mijn ambitie iets van die troost plek te geven in de ouderenzorg van de toekomst.

Bijna twee jaar geleden liep ik voor het eerst een verpleeghuis binnen. Ik was net klaar met mijn opleiding tot yogadocent en ik was nieuwsgierig naar wat deze kennis en skills zouden betekenen binnen de muren van een ouderenzorginstelling. Ik kon mij geen spannendere plek bedenken om de wisselwerking te verkennen tussen lichaam en geest, waar yoga in de basis immers over gaat. Ik was benieuwd óf en hoe bewoners profijt zouden hebben van eenvoudige yoga- en meditatiebeoefening. Gelukkig was er in Amsterdam het netwerk Granny Yoga van Marij de Vries, zodat ik kon bouwen op haar fundament.

Ik werd al snel geraakt door wat dit wekelijkse “zachte” uurtje teweeg bracht. Niet alleen bij de bewoners, ook bij aanschuivende professionals, bij mijzelf en bij het systeem. In mijn beleving is het niet zozeer de fysieke beoefening van yoga, maar veel meer nog de kwaliteit van aandacht, die zorgt voor ontspanning, verbinding en troost. Het gaat erover bij elkaar te zijn in een prettige ruimte, met voorzichtig gedempt licht en een paar LED-theelichtjes aan, met terugkerende geuren en klanken, met rust en ruimte voor persoonlijke aandacht en (zelf)aanraking. Zo is het idee voor BROOS/lab ontstaan.

BROOS/lab – samen leren aanraken – brengt mensen in een verpleeghuis, hun naasten, professionele zorgverleners en studenten samen om te leren over en experimenteren met liefde- en aandachtsvolle aanraking. Dat is waardevol, juist in een omgeving die er vanwege de functionaliteit naar neigt hard en hoekig te zijn. En bovendien: als cognitie en taal het af laten weten, als gevolg van dementie of ouderdom, dan zijn aanraking en kwaliteit van aandacht essentieel om werkelijk contact te maken met mensen. Dat is niet alleen een intuïtief gegeven. Onderzoek toont aan dat de aanrakingsgevoelige hersengebieden onaangetast blijven bij dementie. BROOS/lab wil mensen helpen vaker en makkelijker de drempel te nemen om verpleeghuisbewoners met liefde en aandacht aan te raken en hoopt zo positief bij te dragen aan persoonsgerichte zorg. 

Begin dit jaar maakte ik kennis met Danielle Swart, het hedendaagse gezicht en de manager van het Jo Visser fonds. Ik sprak met haar over zachte zorg en aanraking in de ouderenzorg, over mijn deelname aan het innovatieprogramma Leven Lang Leven en over het – in mijn ervaring – woeste woud van spelers in het domein van de ouderenzorg. Daniëlle wist mijn ideeën en ervaringen razendsnel te koppelen aan bestaande initiatieven en hielp mij voet aan de grond te krijgen in een enthousiaste Zonnehuisgroep. En hoewel haar netwerk van grote waarde is gebleken, bleef mij uit onze warme kennismaking nog het meest bij: de troostbrieven van Jo Visser. 

Een mini-studie verder naar het fenomeen troostbrief en naar de correspondentiekringen van Jo Visser, begreep ik wat mij geraakt had. Het is bijzonder en mooi als je contact kunt maken met je eigen kwetsbaarheid, om die vervolgens aan te wenden om uit te reiken naar anderen die het moeilijk hebben. Dan wordt broosheid een bron voor verbinding. Jo Visser leed zelf aan terugkerende, bij vlagen ernstige bronchitis en maakte zelf deel uit van een kring van langdurig zieken. Ze was lid van Zonnewende – bond van zieken, een kring van dames die middels een maandblad probeerden langdurig zieken moed in te schrijven en te sterken in hun lijden.

Schrijvers van de meestal christelijke troostliteratuur benadrukken vaak dat we allemaal onderdeel zijn van een natuurlijke kringloop van leven en dood . Eigenlijk zeggen ze: wij zijn met ons verlies niet alleen, we delen verlieservaringen met de hele schepping. Het gaat bij dit argument dus om de gemeenschapsvormende, solidariserende functie van gedeelde verlieservaringen (Uit Lijden en volhouden, Dick Boer en Theo Mul, 2016).

Impliciet is dat waar ook BROOS/lab over gaat. Het gaat erom een plek te creëren voor troost, een ruimte voor zachtheid, waar je contact kunt maken met je eigen kwetsbaarheid en met die van een ander. Een plek waar ruimte is voor bemoedigende woorden, en nog meer voor gebaren, voor onuitgesproken troost, voor aanrakingen en liefkozingen. We verbinden ons niet graag met dat wat broos is en hapert. En als we het al doen, dan vaak om op te lossen en beter te maken. Maar in wezen is die kwetsbaarheid een scheurtje in de bast die verhult wat (mens)zijn op zijn mooist is. Zoals je kunt voelen als je de tijd neemt liefdevol het doorschijnende vel van een oudere aan te raken.

Aan de ouderenzorg kleeft een zwaar imago. We associëren deze met tekorten, aan geld en mensen, we koppelen er vermeende geuren, kleuren en smaken aan en moeten misschien denken aan apathie, ziekte en dood. Begrijpelijk, want dit beeld is ook realiteit, er is veel lijden. Waar het mij hier om gaat is dat er óók iets troostends te vinden is op de plekken waar we voor onze kwetsbaarste ouderen zorgen. Iets lichts. Juist vanwege de breekbaarheid, de broosheid van zowel de mensen als van het systeem, schijnt de zachtmoedigheid er gemakkelijk doorheen.

Dat maakt de intramurale ouderenzorg wat mij betreft tot een plek van grote waarde. Niet alleen voor ouderen of zorgverleners, maar voor iedereen. Want als het maakbaarheidsdenken, dat de samenleving naast welvaart ook burnouts bracht, ergens onhoudbaar is, dan is het wel hier. Je kunt in een verpleeghuis onmogelijk vasthouden aan perfectie en voorspelbaarheid, aan meer en beter. Dat is misschien ongemakkelijk maar kan ook heel ontspannend werken. Juist in contact met broze ouderen kunnen we zachtheid ervaren in eindigheid en kunnen we schoonheid ontwaren in dat wat hapert. Dat zijn kwaliteiten die we goed kunnen gebruiken in tijden van grote transformatie. Ik zou bijna zeggen, wend je voor meer veerkracht tot het broze, in plaats van het te zoeken in het voortdurend beter kneden van lichaam en geest. Ik hoop dat een nieuwe generatie zachtheid en aanvaarding leert vinden en omarmen in de zorg voor onze ouderen, en voor al het andere dat zo kwetsbaar is.